Houtbouw maakt duurzaam bouwen realiteit

Wie denkt aan houten woningen, ziet al snel idyllische plaatjes voor zich van de sfeervolle huizen in Scandinavië, Duitsland en Oostenrijk. Een romantisch beeld dat nog rooskleuriger wordt als je nagaat hoe duurzaam het bouwen met hout is. Volgens Erik Gathier, Ontwikkelingsmanager bij AM, heeft houtbouw daarom de toekomst. Hij ziet het als een verantwoordelijkheid voor gebiedsontwikkelaars om hun invloed positief in te zetten en te kiezen voor houtbouw.

In Scandinavië, Oostenrijk en Duitsland is houtbouw al decennia lang een vanzelfsprekende keuze. De landen hebben hun houtbouwkennis continu doorontwikkeld en hebben er nu eenmaal de bossen voor. Daarnaast zorgden verschillen in cultuur, regelgeving en de industriële revolutie ervoor dat Nederland juist grootschalig koos voor betonbouw. Volgens Erik heeft houtbouw echter ook in Nederland de toekomst. Zeker gezien de duurzaamheid van het materiaal. “Bij het productieproces van beton komt CO₂ vrij, terwijl hout CO2 opslaat. Bovendien groeit hout weer aan, waardoor dat opslagproces blijft doorlopen.” Het is volgens Erik een misvatting dat houtbouw ervoor zorgt dat de bossen van Europa verdwijnen. “Er is meer dan genoeg bos in Europa om aan de houtvraag te voldoen. Zelfs al zou deze vraag in de toekomst sterk stijgen. De bosarealen groeien elk jaar. Houtproducenten in Europa zijn gecertificeerd en planten continu nieuwe bossen aan. Veel van deze partijen hebben eigen bossen die ze zelf beheren.” De levensduur van hout kan volgens Erik gelijk zijn aan die van beton. “Hout kan als constructiemateriaal net zo lang mee, zolang het niet aan het weer wordt blootgesteld.” Een ander duurzaamheidsvoordeel van hout is de circulariteit van het materiaal. Erik: “Je kunt het veel makkelijker uit elkaar halen en weer hergebruiken.”

Innovaties in houtbouw

Erik schetst de ontwikkelingen die er in Nederland zijn op het gebied van houtbouw: “In Nederland passen we al lange tijd houtskeletbouw toe. Dat is vooral geschikt voor onder andere binnenwanden en gevels en slechts beperkt voor constructieve toepassingen. De laatste jaren zien we echter dat houtbouw steeds meer constructief toegepast wordt, ook in hoogbouw. Wanden, plafonds, vloeren worden dan allemaal uitgevoerd in hout. Je hebt verschillende materialen die daarvoor geschikt zijn, zoals Glulam en CLT: cross laminated timber.” CLT is een zeer sterk en stabiel plaatmateriaal. Erik: “Bij constructieve houtbouw kan het gebruik van beton tot een minimum beperkt worden, tot bijvoorbeeld alleen nog de fundering.” Een andere ontwikkeling die Erik ziet in ons land is de productie van prefab houten woningen. In Nederland worden al decennia prefab onderdelen van huizen in hout- en betonbouw gemaakt, maar sinds een aantal jaar zijn er ook volledige woningen. Erik: “Neem bijvoorbeeld de Flow-woning van BAM. Dit is een houten conceptwoning die volledig in de fabriek gemaakt wordt. Bij AM passen we deze woning waar mogelijk steeds meer toe.”

Bij constructieve houtbouw kan het gebruik van beton tot een minimum beperkt worden, tot bijvoorbeeld alleen nog de fundering

Nu de stap zetten

AM heeft op dit moment meerdere houtbouwprojecten in ontwikkeling, waaronder Populus in Rotterdam waar Erik aan werkt. Met circa 200 appartementen is het een van de grootste houtbouwprojecten van ons land. “In het geval van Populus is er in de tender niet specifiek gevraagd om houtbouw. Het initiatief kwam bij ons vandaan.” Volgens Erik vraagt het ontwikkelen met houtbouw om lef: “Het is wezenlijk anders dan betonbouw. Het vraagt om andere kennis en kunde, van het begroten tot het constructief doorrekenen, ontwerpen, plannen en uitvoeren. In Nederland is de kennis van het grootschalig toepassen van hout nog niet wijdverbreid. Daarom kost het ons misschien leergeld, maar we gaan graag the extra mile, omdat het de toekomst is. Je hebt naar mijn idee twee opties. Of je gaat ervoor en je moet af en toe experimenteren óf je wacht af tot het al grootschalig wordt toegepast in ons land. Afwachten en daarmee achterlopen, dat doen we niet. Het past bovendien in onze ambitie om in 2035 klimaatpositief te zijn om de stap nú te zetten. Als gebiedsontwikkelaar zijn we ons bewust van onze impact en maken we daarom nu de keuze, zodat  we direct bijdragen aan een enorme reductie in CO₂-uitstoot.”

Hout in de lift

Hoewel houtbouw de afgelopen jaren al een vlucht nam, verwacht Erik nog een sterkere stijging in het aantal houtbouwprojecten. Erik: “Vrijwel alle partijen staan er positief tegenover. In de metropoolregio Amsterdam is er een paar jaar geleden al een convenant gesloten met de MRA, ontwikkelaars, architecten en bouwers om in 2025 minimaal 20% van alle nieuwe gebouwen in hout te realiseren.” Hij verwacht ook een nog verdere toename in houtbouw zodra de kosten vergelijkbaar worden met die voor betonbouw: “Een nadeel op dit moment is dat de directe kosten hoger zijn dan beton. Daardoor is het lastig om de business case van projecten rond te krijgen.” Volgens Erik zit hier verandering in. “Ontwerpers weten steeds beter hoe ze kunnen ontwerpen om houtbouw betaalbaar te maken. Daarnaast verandert ook de prijsverhouding tussen beton en hout. Enerzijds wordt er verwacht dat de prijs van beton zal stijgen, anderzijds wordt er verwacht dat de productiecapaciteit van constructief hout tot 2030 zal verdrievoudigen, waardoor er meer schaalvoordeel ontstaat. Daarnaast kunnen we nu al goede afspraken maken over de prijzen van hout, ook als we pas over een aantal jaar starten met de bouw. Dat komt omdat zeker de grote partijen zelf bossen beheren en dus direct aan de bron zitten. 

Bewoners betrekken

Onder Nederlandse consumenten bestaan er volgens Erik nog wel wat misverstanden over het materiaal: “Uit onderzoek in opdracht van het Lente-akkoord over de consumentenbeleving van houtbouw blijkt dat er een grote kennisachterstand is. Bijna tweederde van de mensen is helemaal niet of zeer beperkt op de hoogte van wat houtbouw inhoudt. Mensen zijn positief over de natuurlijke uitstraling en natuurvriendelijkheid, maar andere, negatieve associaties zijn dat het brandgevaarlijk zou zijn, veel onderhoud kost en gehorig is.” Hij legt uit dat dat geheel onterecht is. “Bouwmaterialen moeten allemaal aan dezelfde hoge brandveiligheidseisen voldoen, ongeacht of het hout, beton of staal is Verder vraagt hout dat niet wordt blootgesteld aan vocht en wind net zo weinig onderhoud als beton.” Qua gehorigheid denken mensen vaak aan de jaren dertig huizen waarbij de geluiden op de trap en houten vloeren erg doorklinken. “Dat is tegenwoordig heel anders. Het is zeker niet meer zoals dat vroeger was. We zullen de bewoners moeten blijven betrekken met goede communicatie en voorlichting.” Redenen zijn er dus genoeg om zonder aarzeling te kiezen voor sfeervolle houten woningen. Het voelt ook gewoon goed, aldus Erik: “Hout leeft, het voelt natuurlijk en warm aan, dat alleen al maakt het voor ontzettend prettig om in te verblijven.