Elke jaar in juni verschijnt de AMuse; hét magazine van AM over placemaking. Inspirerend en informerend. Voor iedereen die geïnteresseerd is in placemaking en alles wat daarbij hoort. Met bijzondere placemakers, spraakmakende interviews, boeiende verhalen, het laatste nieuws op het gebied van placemaking en nog veel meer. In de aanloop naar de nieuwe editie publiceren we maandelijks 'AMuse; placemakers aan het woord'. Deze keer: Tony Wijntuin.

Beroep: Mixed-use strateeg WYNE
Leeftijd: 55
Trots op: Dat ik een voorloper ben op het gebied van economisch-maatschappelijke plintprogrammering.
Key in placemaking is… Houd de programmering zo breed mogelijk, dan wordt een plek veel leuker en onderscheidender en volgt het financiële rendement vanzelf.

Schiphol

“Ik heb elf jaar voor Schiphol gewerkt. Daar heb ik geleerd hoe een plek verschillende gebruikers kan bedienen en hoe je door juiste voorzieningen en programmeringen waarde kunt maken. Op een gegeven moment ben ik op Schiphol met mijn team gaan experimenteren met – zoals wij dit noemden – image builders: concepten die initieel geen geld zouden opleveren, maar Schiphol wel veel cooler maakte ten opzichte van haar concurrenten. Ik heb daar laten zien wat breder programmeren uiteindelijk oplevert. Oók financieel.”

WYNE

“Na tien jaar wilde ik dit voor mezelf gaan doen en heb ik WYNE opgericht. Simpel gezegd zorgt WYNE voor de programmering van voorzieningen op een plek. Wij ontwikkelen niet alleen een visie, maar zorgen ook voor de realisatie ervan, waarbij de nadruk ligt op het zo consistent mogelijk doorvoeren van die visie.”

40-40-20

“In die visie probeer ik altijd de door mijzelf ontwikkelde 40-40-20 plintprogrammering te verwerken. Op de eerste veertig procent mag zoveel mogelijk geld worden verdiend. Oftewel, verhuur het aan de hoogste bieder. De tweede veertig procent is een soort tussenregime, bedoeld voor partijen die al gevestigd zijn maar nog niet de hoofdprijs kunnen betalen. De overige twintig procent beschouw ik als een platform voor placemaking, impactondernemerschap, cultuur, creativiteit en experimenten. De gevraagde huur is hier minimaal.”

In tweede instantie…

“In eerste instantie levert deze twintig procent natuurlijk weinig tot niets op. Maar uiteindelijk maakt dat wat daar gebeurt een plek prettig, leuk en uniek, mét maatschappelijke meerwaarde voor de omgeving. En als een plek uniek is, worden die woningen of kantoorruimtes boven de plint echt wel verkocht of verhuurd. Dit is waar ik mij de laatste jaren volledig op heb gericht. Het leuke is dat ik steeds meer beweging in de markt zie; steeds meer partijen die inzien dat het werkt en hiermee durven experimenteren.”

Plintenconvenant

“Strijp-S – het voormalig Philips-terrein in Eindhoven – is een mooi voorbeeld van partijen die hebben durven experimenteren. Zij constateerden dat Strijp-S, aanvankelijk juist een broedplaats van cultuur en creativiteit, steeds gepolijster werd. Zij hebben WYNE gevraagd een plintenvisie en uitvoeringsplan te ontwikkelen om het onderscheidende karakter te behouden. En dat niet alleen: ze vroegen mij een plintenconvenant op te stellen met daarin harde afspraken om deze visie te waarborgen. Iedereen heeft het convenant ondertekend en daar ben ik best trots op.”

The art of placemaking

“Als je een bijzondere plek wilt creëren is er placemaking nodig. Geef ruimte om iets te laten ontstaan. Als je die ruimte biedt – bijvoorbeeld door een aantal ruimtes tegen een zo laag mogelijke prijs te verhuren – ontstaat er iets vernieuwends, iets creatiefs, iets leuks. Het trekt toch een bepaald slag mensen aan; vrijdenkers die onderling verbinding maken. Zo ontstaat er kruisbestuiving en uit deze kruisbestuiving ontstaan vaak weer nieuwe concepten. Het zijn vrije mensen die vaak dingen doen waarvan mensen zeggen: ‘Wow, wat is dit gaaf.’”